Aan de westkant van de zestigste straat in New York
Staat een jonge vrouw uit een ouder land te doen alsof ze hier woont
In haar hoofd zingt Joni Mitchell, Op haar T-shirt staat Lou Reed
En ze wou dat ze hier geboren was en dat ze harder was of zwart
Ze was blond met blauwe ogen zoals iedereen uit haar dorp
En kwaad omdat er niks is om kwaad over te zijn
Angry young Dutch girl in New York
Angry young Dutch girl in New York
In een winkel met vlaggen en vuurwapens en foto's van Al Pacino
Koopt zij een zwarte zonnebril om de spijt niet aan te kijken
De spijt die in elke winkelruit, precies voor de prada's gaat staan
Haar meerwarig aankijkt en zegt: "Stomme kut was dan gegaan"
Ze was blond met blauwe ogen zoals iedereen uit haar dorp
Te bang om te zien wie ze zou kunnen zijn
Angry young Dutch girl in New York
Angry young Dutch girl in New York
Toen ze achttien was leek de stad haar teveel, ook die jongen met dat leren jack
Die met haar naar bed had gewilt
Maar wat had ze een grote bek, ze bleef hangen in de geur van cake
En de smaak van het beslag dat je soms wel van je moeder van de mixer likken mag
Ze komt bij de drieënzestigste straat, waar een zware kerkdeur wijdopen staat
Voor wie geen richting heeft is een toeval al snel een teken
Ze gaat zitten, de kerk lijkt leeg, maar een man aan de piano
Kijkt haar aan alsof die op haar heeft gewacht
Hij is zwart met bruine ogen, verlegen en verzorgd
En blij dat er een reden om te spelen is
Angry young Dutch girl in New York
Angry young Dutch girl in New York
Zwarte vingers, witte toetsen, blauwe noten, rode ogen
Koude rillingen, god komt even thuis
Maar iedereen krijgt wat-ie nodig heeft om mogelijk te worden gemaakt
Zij de muziek en hij z'n publiek
Ze is blond met blauwe ogen zoals iedereen uit haar dorp
En ze is waar ze zou moeten zijn
Angry young Dutch girl in New York
Angry young Dutch girl in New York
Angry young Dutch girl in New York