[Strofe 1]
Het begon toen ik een kleuter was
Twee dikke vrienden,
In dezelfde klas.
Het waren boezemvrienden,
zij aan zij.
En toen kwam ik er nog bij.
HEY!
HEY!
Hij ging verhuizen,
De vriendschap was verloren.
Toen werd hij bij hen uitverkoren,
Ze gingen wat spelen,
Ze voelend mekaar goed aan.
En de drummer moest op de trommel slaan.
[Refrein 1]
Een band gaat nooit stuk,
Al heb je een ongeluk.
Je ziet maar,
Ze hebben elkaar.
Ze krijgen het telkens weer voor mekaar.
HEY!
HEY!
[Strofe 2]
Op een fuif ontmoeten ze elkaar,
Toen kwam de band weer voor mekaar.
Hij ging naar hem,
Hij had een gitaar.
Maar was een drummer zonder twijfel waard.
HEY!
[Refrein 2]
De band werd groter en groter,
Het bleef maar duren,
Zonder motor.
Hij ging niet stuk,
Hij bleef maar gaan.
Hij was nooit gedaan!!
[Refrein 1]
[Refrein 2]
HEY!
HEY!
HEY!