Als ik op school uit goed fatsoen
Gevraagd werd om leuk mee te doen
Vond ik het altijd snel saai en vermoeiend
Alleen op feestjes deed ik mee
Ik danste, vree en zoop voor twee
Maar kwam nooit in de buurt van halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja
Ik wilde vrij zijn af en toe
Gelukkig zijn maar ik wist niet hoe
Zelfs die carriere kon niet boeien
’t cafe werd zo mijn toevluchtsoord
En nooit klonk er een verlossend woord
Van een heerlijk helder halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja
Ik ben niet naar een kerk gegaan
Rotsvast geloof trok mij niet aan
‘k had weinig op met Allah, God of Boeddah
Toch bleef er steeds een hang naar meer
Meer dan franje of fineer
Ik zocht een echt waarachtig halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja
De dag dat zij geboren werd
Lag ik moe en introvert
Te kijken naar dat wondermooie wezen
Maanlicht scheen op haar gezicht
Niet eerder was ik ooit zo dicht
Bij een haast onhoorbaar halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja
Ik wind me op, ik stel me aan
Ik hou me in of ik laat me gaan
Ik probeer misschien mijn tijd niet te verknoeien
Maar waar het uiteindelijk echt om gaat
Bij alles wat ik doe of laat
Dat er steeds iets meeklinkt van halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja
Halleluja, halleluja, halleluja, halleluja