Ik zit al jaren met die ene vraag
bij mannen gaat de liefde door de maag
Want blijkbaar krijgen zij thuis niet genoeg
ze zoeken nog iets lekkers op de hoek
Dan voel ik mij zo af en toe een sul
mijn man die vind het grote flauwekul
Hij zegt je bent jaloers mijn lieve mop
geloof me ik sla de spijker op z'n kop
Want mannen hebben honger
al vinden zij van niet
Degene die dat zeggen
vertrouw die nu maar niet
Ze zoeken naar een hapje
al is het ver van huis
Dan wordt hij zichtbaar rood als ik dat zeg
en wuift hij al die woorden zomaar weg
Het toetje hou ik even goed bewaard
't venijn dat zit 'm altijd in de staart
Een vrouw komt van een andere planeet
en bijna elke man die dat ook weet
Want wij zijn echt het sterkere geslacht
het gaat erom wie er het laatste lacht
Want mannen hebben honger
al vinden ze van niet
Degene die dat zeggen
vertrouw die nu maar niet
Ze zoeken naar een hapje
al is het ver van huis
Maar het lekkerste gerechtje
Dat zit nog altijd thuis